Alternatief stadsontwikkelingsmodel De Stad als Casco is een stedenbouwkundige strategie die uitgaat van de ontwikkeling van de stad van onderaf. Het doel is een levende stad te creëren, waarbij mensen de verantwoordelijkheid ten aanzien van de hen omringende omgeving zelf ter hand nemen om zich binnen deze omgeving te kunnen ontplooien. Het Manifest De Stad als Casco is in 1996 geschreven en Eva heeft het direct omarmd. Met dit manifest in de hand heeft ze actief gelobbyd bij de gemeente om de stadsvernieuwing anders aan te pakken, meer kleur te geven en initiatieven van onderop meer ruimte te geven. De filosofie van De Stad als Casco is duidelijk terug te zien in haar werk.
Zelforganisatie en zelfbestemming Volgens de visie van De Stad als Casco worden gebruikers van de ruimte niet als passieve consumenten, maar als actieve partners gezien in de ontwikkeling en het beheer van woningen, wijken en buurten. Gebruikers ontwerpen, financieren en (ver)bouwen zelf hun eigen gebouw of werkplek en hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het omliggende gebied. Deze coöperatieve aanpak met meerdere partijen is nieuw en verlaat het klassieke model van één ontwikkelaar met één financier voor het hele gebied. Op deze manier geeft het model meer ruimte aan de diverse behoeften van de gebruikers van woon-/werkplekken, terwijl het de betrokkenheid van diezelfde gebruiker met het gebouwde en de omgeving vergroot.
Organische groei Hoewel uitgegaan wordt van de waarde van bestaande gebouwen, wordt ook de waarde van het veranderlijke erkend. Terwijl de klassieke stadsvernieuwing uitgaat van kant-en-klare oplossingen, zoekt De Stad als Casco de voordelen van geleidelijke ontwikkeling en waardevermeerdering.
De participatiemaatschappij als juridisch vehikel Casco is een veel breder begrip dan de bouwstructuur alleen. Het omvat alle soorten van collectieve afspraken: de collectieve financiering en ontwikkeling van de draagstructuur, het distribueren van de nutsvoorzieningen, maar ook het afspreken van bijvoorbeeld zorgfaciliteiten, zeggenschap over en beheer van de omliggende buitenruimte. In feite wordt op deze manier een woningbouwvereniging opgezet, maar dan slechts voor één gebouw.
Bekende Amsterdamse voorbeelden en culturele vrijhavens In een aantal Amsterdamse panden is De Stad als Casco-methode toegepast. Deze panden zijn verenigd in het Gilde van Werkgebouwen aan het IJ. De Gildepanden zijn een tiental silo’s, pakhuizen en loodsen die in de afgelopen 30 jaar door honderden kunstenaars, ambachtslieden en kleine ondernemers in gebruik zijn genomen. Beginnend met vrijwel niets hebben zij hun eigen werkomgeving gecreëerd. Deze panden fungeren als kweekvijver en podium voor activiteiten op het gebied van beeldende kunst, vormgeving, muziek, film, bouwkunst en andere vormen van maatschappelijk en cultureel ondernemerschap. Het zijn ook vaak dé startplekken voor creatievelingen en kleinschalige bedrijvigheid. Amsterdamse voorbeelden van de Stad als Casco-aanpak zijn Pakhuis Wilhelmina, Ruigoord, Nieuw en Meer, Het Veem en natuurlijk Eva’s Kunststad in de scheepsbouwloods op de NDSM-werf.